Module Anouska
Levensboek
Opdracht 'Maak je eigen levensboek' Week 1 t/m 5
Je gaat eerst onderzoeken wat een levensboek is. Je leest hieronder wat het doel van een levensboek is, welke informatie er in kan staan en hoe een levensboek er uit kan zien.
Je zult in je werk als verpleegkundige regelmatig levensboeken tegenkomen, wie weet ga je deze ooit zelf wel maken voor zorgvragers.
In het filmpje van Anoeska heb je al kort wat over haar leven geleerd.
De opdracht
Je gebruikt hierbij de theorie die je tot nu toe hebt geleerd, bij o.a. ontwikkelingsleer en anatomie&fysiologie.
Je laat in je levensboek in ieder geval aan bod komen:
- je lichamelijke en psychosociale ontwikkeling
- Je thuis, familie
- Je schooltijd
- Hobby's/interesses
- Evt. werk
- Vakantie
- Evt. geloof
- Eten/drinken
- Toekomstdromen.
Je verzamelt je informatie op verschillende manieren
- Eigen herinneringen
- Evt. een stamboom
- Herinneringen van de mensen om je heen (bijv. ouders) (d.m.v. een interview)
- Beelden, voorwerpen enz.
Het resultaat:
Jouw levensboek hardcopy of digitaal. Zorg voor een aantrekkelijke lay-out.
Je presenteert je levensboek in week 3 en 4 tijdens de les. Je levert je resultaat in op It's Learning, uiterlijk in week 5.
Gebruik in beide gevallen je creativiteit om je verhaal te vertellen.
Je krijgt in de les de mogelijkheid om aan je levensboek te werken.
Bedenk je eigen titel.
Zorg voor een creatief voorblad met naam, groep en SLB-docent.
Schrijf en vertel alleen datgene wat je kwijt wil. Bewaar je eigen geheimen!
Hoe maak ik het levensboek?
Hoe kom je aan de inhoud van je levensboek?
- Informatie over jou en je familie
- Herinneringen van jezelf
- Herinneringen aan jou van anderen om je heen
- Foto’s, filmpjes, enz………..
Ga mensen interviewen.
Je kunt informatie vragen bij belangrijke personen in je leven. Denk aan familie: oma, opa, tante of oom. Of één van je eigen ouders.
Je kunt ook iemand anders vragen; een leerkracht, die veel voor je betekent heeft, een sportdocent die jij een warm hart toedraagt of de moeder van een goede vriendin, waar jij zo vaak hebt gelogeerd.
Waaruit bestaat een interview? Drie delen:
Opening:
Uitleg van het doel: wat je hoopt te weten te komen.
Middengedeelte:
Je gesprekspartner vertelt zijn verhaal en jij als interviewer zorgt dat het gespreksonderwerp centraal blijft. Vragen en doorvragen!
Afronding:
Voldoende info? Doel bereikt? Rondt het interview af. Maak een samenvatting van de belangrijkste punten.
Voorbereiding interview:
De Presentatievorm:
Je mag zelf kiezen hoe jij je levensboek wilt presenteren. Hieronder zie je verschillende voorbeelden, die je dan via het Digibord kunt laten zien en er iets bij vertellen.
Hoe presenteer je?
Opbouw van de presentatie:
A. OPENING (KOP)
- Inleiding in het onderwerp.
- Pak de aandacht van het publiek. Hou ze het lokaas voor - Introduceer het thema:
misschien een leuke foto of met jouw favoriete muziek. Een filmpje van jezelf.
B. MIDDENDEEL (ROMP)
- zorg voor een logische opbouw.
- zorg voor afwisseling en duidelijkheid.
C. AFSLUITING (STAART)
- Geef duidelijk aan wanneer het einde van je presentatie is.
- Geef aan als ze vragen mogen stellen.
DUUR: De presentatie mag minimaal 4 en maximaal 5 minuten duren.
In het moduleboekje Anouska staat het feedback formulier. Kijk daar goed na, dat wordt tijdens de presentatie door de docent ingevuld.